Over staal, staalslakken, en vooral de milieubelasting ervan, bestaan veel misvattingen. Hoogste tijd om die misvattingen weg te nemen door er wat meer uitleg over te geven. Om te beginnen enige achtergrond over staal algemeen.

Staalsoorten
Staal is een metaalsoort. Omdat er zoveel soorten staal bestaan vind je staalproducten echt overal. In heel veel producten die we dagelijks gebruiken zit immers een hoeveelheid staal van een bepaalde soort. En dat hebben we vaak niet eens in de gaten, terwijl we dat eindproduct wel nodig hebben. Ook aluminium is een metaalsoort, zij het dat het lichter is dan staal. Daardoor wordt aluminium vaak gebruikt voor bijvoorbeeld vliegtuigen en boten. Bovendien is aluminium bestendig tegen corrosie.
Algemeen gezegd is staal een legering. Het bestaat uit ijzer en koolstof, is één van de meest gebruikte metaalsoorten en is volop aanwezig op aarde. Het is een veelgebruikt constructiemateriaal. Er worden in beginsel drie staalsoorten onderscheiden, namelijk constructiestaal, machinestaal en gereedschapstaal. Zo wordt staal vooral gebruikt in de bouwsector voor staalconstructies en betonijzer, in de machine-industrie en de auto-industrie, maar ook in de verpakkingsindustrie, en nog heel veel meer. Ook in je smartphone of je laptop zitten bepaalde deeltjes staal verwerkt. Daar zijn we ons natuurlijk niet echt van bewust, maar je kan gerust concluderen, dat we niet zonder staal kunnen. Voor allerlei verschillende producten hebben we staal -in welke vorm of soort dan ook- nu eenmaal nodig.

Staalproductie
Zoals gezegd is staal is een legering. Dat betekent dat meerdere metalen worden samengesmolten tot een nieuwe stof. Dat samensmelten gebeurt onder andere in één van de grootste staalfabrieken in Europa, te weten Tata Steel in IJmuiden. Daar wordt per jaar meer dan 7 miljoen ton hoogwaardig staal geproduceerd en geleverd in de vorm van rollen, met name bestemd voor de automobielindustrie, de bouw en de verpakkingsindustrie.
Overigens produceert Tata Steel meerdere soorten staal. Dat gebeurt in een converter. Een converter is een enorm vat waarin gloeiend heet ruwijzer wordt gegoten. Vervolgens wordt er zuurstof in geblazen waardoor er een chemische reactie plaatsvindt en het ruwijzer wordt omgezet in staal. In de converter zit dan gloeiend heet, maar vloeibaar staal. Daar bovenop ontstaat een soort koeklaag. Dat is wat de zogenoemde slak wordt genoemd. Die ‘slaklaag’ die bij dit proces ontstaat wordt de converterslak genoemd. Deze bestaat voornamelijk uit mineralen van calciumsilicaten en ijzeroxiden. Stoffen die afkomstig zijn uit het ijzererts en overigens ‘gewoon’ in de natuur voorkomen. Omdat er meerdere soorten staal wordt geproduceerd zijn er ook meerdere soorten staalslakken.

Conclusie
De conclusie die we kunnen trekken is, dat we in onze wereld niet meer zonder staal als product kunnen. De toepassing van de vele soorten is nu eenmaal nodig, voor bijvoorbeeld staalconstructies in de bouw, voor de productie van veilige auto’s of voor vele soorten gereedschappen en verpakkingsmaterialen. En om staal te produceren krijg je nu eenmaal de genoemde staalslak. Een onontkoombaar bijproduct van staal.